De Egmondse familie Koelink krijgt volledig gelijk van de Raad van State met hun onvrede over de gebrekkige aanpak van overlast van poepende duiven in en rond de Wilhelminastraat door de gemeente Bergen. Woensdag deed de hoogste rechter uitspraak in een zaak die door de familie Koelink was aangespannen. De Raad vindt dat de gemeente meer onderzoek naar de poepende duiven moet doen, en dan een nieuw handhavingsbesluit moet nemen.

Koelink vroeg in 2018 aan de gemeente opnieuw op te treden tegen de enorme overlast van duiven in en rond de Wilhelminastraat. Die overlast is volgens de Egmonders weer helemaal terug, en de gemeente treedt daar te weinig tegen op. Ze zijn helemaal klaar met een buurvrouw die steeds de duiven voert, en slap optreden van de gemeente tegen haar. De tik op de vingers van de gemeente waarop de familie hoopte, werd inderdaad uitgedeeld.

De Raad van State geeft de klagers gelijk dat de gemeente veel te weinig doet tegen de overlast van duiven in en rond de Wilhelminastraat. De duiven poepen overal. Vooral op de daken die volgens de familie Koelink één grote smeerboel worden en daaronder te lijden hebben.

Acht jaar geleden trad de gemeente nog wel op. Er werden toen meer dan honderd duiven uit de straat weggehaald. Die hingen daar constant rond omdat een bewoonster van de straat de duiven voert. Praten met de Egmondse leverde niets op, zo bleek op de zitting. Zelfs nadat haar echtgenoot en dochter op haar hadden ingepraat, ging de vrouw na verloop van tijd weer over tot het voeren van duiven.

Het aantal duiven nam de afgelopen jaren daardoor weer gestaag toe. De buurman vroeg de gemeente om weer op te treden. Bergen vond de overlast daarvoor nog niet ernstig genoeg. De voortekenen op de zitting van januari waren al gunstig voor de familie Koelink. De uitspraak bevestigde hun goede voorgevoel.